< Terug naar codex

Triomfantelijk lied van de Zilvervloot

Pagina: 326/326

Jan Pieter Heye / J. J. Viotta
 
1.
Heb je van de Zilveren Vloot wel gehoord
De Zilveren Vloot van Spanje?
Die had er veel Spaanse matten aan boord
En appeltjes van Oranje!
Piet Hein, (ter)
Zijn naam is klein,
Zijn daden bennen groot: (bis)
Die heeft gewonnen de Zilveren Vloot,
Die heeft gewonnen, gewonnen de Zilvervloot.

2.
Zei toen niet Piet Hein met een aalwarig woord:
"Wel jongetjes van Oranje,
Kom klim 'reis aan dit en dat Spaanse boord
En rol me de' matten van Spanje!"
Piet Hein, (ter)
Zijn naam is klein,
Zijn daden groot: (bis)
Die heeft gewonnen de Zilveren Vloot,
Die heeft gewonnen, gewonnen de Zilvervloot.

3.
Klommen niet de jongens als katten in 't want
En vochten ze niet als leeuwen?
Ze maakten de Spanjers duchtig te schand,
Tot Spanje klonk hun schreeuwen.
Piet Hein, (ter)
Zijn naam is klein,
Zijn daden groot: (bis)
Die heeft gewonnen de Zilveren Vloot,
Die heeft gewonnen, gewonnen de Zilvervloot.

4.
Kwam er nu nog eenmaal zo'n Zilveren Vloot,
Zeg, zou jullie nog zo kloppen?
Of zoudt gij veilig buiten schoot
Maar stil in je hangmat stoppen?
"Wel, Neerlands bloed,
Dat bloed heeft nog wel moed!
Al bennen we niet groote, (bis)
We zoûen winnen en Zilveren Vloot,
We zoûen winnen, nog winnen een Zilvervloot!"