< Terug naar codex

Als de kerels te gare zijn

Pagina: 352/352

Berten Rodenbach

Uit Engeland
 
1. Als de Kerels te gare zijn,
Doedle bomle rom dom dom,
Wat liedje moet er gezongen zijn?
Doedle rom dom dom!
't Kerelslied, 't kerelslied,
Doedle bomle rom dom dom,
't Kerelslied, 't kerelslied,
Doedle rom dom dom.

2. Zij renden met zessen langs de baan,
Zij hadden stalen kleren aan.
Isegrims, Isegrims.

3. Zij hadden waaiend' helmen aan,
Zij renden zingend langs de baan.
Wat zongen zij?

4. Van edele ridders en heren groot,
Van nijdige kerels en galgedood.
Isegrims, Isegrims.

5. De kerels kennen een schon'ren zang,
De zang der kerels en is niet lang,
Maar zegt veel.

6. Vliegt de Blauwvoet? Storm op zee!
Vliegt de Blauwvoet? Storm op zee!
Storm op zee!

7. En als de kerel aan 't zingen valt,
Zijn liedje vromer als de andere schalt:
Storm op zee!