< Terug naar codex

Sa laat ons vrolijk zijn

Pagina: 474/474

Uit Deinze
 
1. Sa, laat ons vrolijk wezen,
op Sint-Antonius feest, feest, feest,
Op Sint-Antonius feest.
Sint-Antonius en de duivel waren gemeen,
En ze dansten om het zeest, zeest, zeest,
en ze dansten om het zeest.

2. Eén van Lucifers posturen,
die wilde vrolijk zijn, zijn, zijn,
Die wilde vrolijk zijn.
Hij droeg een ijzer braadpan op zijn hoofd,
En een vaatje brandewijn, wijn, wijn,
en een vaatje brandewijn.

3. A vous !, zeid' hij, Sint-Antoneke,
't is een glazeke tegen de vaak, vaak, vaak,
't Is een glazeke tegen de vaak.
Sint-Antonius riep: "'k een mag geen brandewijn",
En hij goot het tegen zijn kaak, kaak, kaak,
en hij goot het tegen zijn kaak.

4. Dat was om hem te kwellen,
door 't nemen van de drank, drank, drank,
Door 't nemen van de drank.
Sint-Antonius greep de duivel bij de steert,
En hij schreeuwde wel zes uren lang, lang, lang,
en hij schreeuwde wel zes uren lang.