< Terug naar codex

Kerstnacht, die schone

Pagina: ---/---

Eugeen De Ridder / Armand Preud’homme

Niet meer in de codex sinds 1959
 
Daar komen langs de harde baan
Sint Jozef en Maria aan.
Zij stromplen met hun laatste kracht
Te zamen door de gure nacht.
Hij leidt haar steeds maar verder mee
al smekend om een legerstee.
Maar alle deuren blijven toe
en, ach, Maria is zo moe...

Keerzang:
Kerstnacht, die schone,
Kan liefde niet wonen in ieders gemoed?
Kerstnacht, wij smeken,
Wees ’t wekkende teken, van ’t opperste goed!
Schitter, o sterre, daar hoge en verre,
Als liefdesinjaal voor ons allemaal.

Hoe vriend’lijk hij ook biedt en vraagt:
Als beed’laar wordt hij weggejaagd.
Alleen een traan verraadt de smart
Van zijn zo zwaar gefolterd hart.
En verder leidt hij haar maar mee,
Al smekend om een legerstee.
Maar alle deuren blijven toe
en, ach, Maria is zo moe...

Voorbij het dorp, in ’t licht der maan
Ziet Jozef plots een stal’ke staan
Bij os en schaap vindt hij daar
Misschien van nacht een plaats voor Haar...
Naar ’t stal’ke leidt hij Haar nu mee,
Al hopend op een legerstee.
Al d’andre deuren bleven toe
En, ach, Maria is zo moe.